

Verschillende deskundigen vertellen over trauma en CPTSS. Maar ook andere zaken zoals bijvoorbeeld narcisme komen aan bod. Want CPTSS is een breed gebied waarin gebeurtenissen vaak met elkaar verweven zijn.
Gabrielle: “In 2016-2017 ging het erg slecht met mij. Doordat ik in handen was gevallen van een foute fotograaf, raakte ik in een ernstige crisis. Na veel heen en weer gedoe binnen de psychische hulpverlening kwam ik terecht bij Gerard Lohuis (Lentis-crisisdienst Groningen). Gerard was op dat moment precies wat ik nodig had. Hij was echt begaan met mij, luisterde oprecht naar wat ik te vertellen had, nam mij serieus wat betreft mijn zoektocht naar een goede traumabehandeling. We hadden een sterke verbinding met elkaar. Ik zie Gerard als iemand die kijkt naar de mens achter het label. Sterker nog, hij kijkt naar de mens achter de mens. Gerard is een lieve man met een groot empatisch vermogen en een verrijking in de hulpverlening. Ik ben daarom erg blij dat hij mee wil werken aan deze website. Hebben jullie vragen voor Gerard? Stuur ze door via het contactformulier en ik zorg dat ze bij Gerard terecht komen.”
Deskundigen aan het woord:
- Valerie Bouwmeester
- Drs. Annette van der Knaap
- Gerard Lohuis
- Elbert Jaap Schipper
- Sypke Visser
- Dicky Meijer
- Antoinette van Reekum

Valerie Bouwmeester
Waar trauma al kan beginnen, zonder dat we ons er (meestal) van bewust zijn. Franz Ruppert is docent psychologie aan een hogeschool in München en werkzaam als therapeut. Hij zegt: “Inmiddels is het ondenkbaar geworden dat ik in mijn werk met cliënten de periode voor en onmiddellijk na de geboorte, en het geboorteproces zelf buiten beschouwing zou laten. De reacties van veel cliënten bevestigen dat. Ze merken dat ze daarmee precies op dat punt zijn aangekomen waar veel van hun problemen zijn begonnen. Ze ontdekken zichzelf en ontmoeten zichzelf op die plaats waar ze op wezenlijke momenten in hun psychische ontwikkeling tot stilstand zijn gekomen.”
Heel langzaam komt er meer aandacht voor de ervaringen van een baby tijdens de zwangerschap, de geboorte en eerste tijd na zijn geboorte. Het begint door te dringen dat een volwassene die gewenst was een heel ander beeld over zichzelf heeft dan iemand die ongewenst ter wereld kwam. Of dat een moeizame geboorte je kijk op het leven kan beïnvloeden. En dat het niet kunnen bijkomen bij je moeder na je geboorte grote impact kan hebben op de rest van je leven. Vroeger werd er gedacht dat dit allemaal geen invloed had, baby’s werden zelfs zonder verdoving geopereerd, omdat ze immers toch nog geen pijn konden voelen.
Niets is minder waar. Al tijdens de zwangerschap krijgt een baby alles mee wat de moeder voelt en tot zich neemt. In die periode komen er bij de aanstaande moeder vaak allerlei gevoelens naar boven uit haar eigen jeugd en uit bijvoorbeeld vorige zwangerschappen. Dit kunnen fijne warme gevoelens zijn, maar ook nare donkere gevoelens, afhankelijk van wat de aanstaande moeder heeft meegemaakt en met zich meedraagt.
Onze ervaringen in die periode kunnen we niet uiten met woorden, want die hebben we immers nog niet tot onze beschikking als baby. Maar ze werden opgeslagen in ons lichaamsgeheugen. Deze onbewuste herinneringen komen naar boven als gedragspatronen, ook wel geboortepatronen genoemd. Het is niet zo vanzelfsprekend om hier iets aan te kunnen veranderen, tenslotte hebben we over het algemeen geen bewuste herinneringen aan deze periode van ons leven. Hierdoor begrijpen we vaak niet waar ons terugkerende gedrag of onze gevoelens vandaan komen.
Franz Ruppert heeft onderzocht hoe vele psychische ziektebeelden het gevolg kunnen zijn van trauma, verwarring en chaos in het familiaire bindingssysteem. Ofwel vroegkinderlijk trauma heeft vaak te maken met de hechting. Deze familiesystemen worden vaak van generatie op generatie doorgegeven.
Complexe PTSS kan dus heel goed zijn eerste oorsprong hebben in jouw start. Je start dan als het ware al met een achterstand, vanuit wat je van je moeder/familie hebt meegekregen. Als hier dan nog traumatische gebeurtenissen in de jeugd en/of tijdens je volwassen leven bijkomen, dan is de maat letterlijk vol.
Wellicht ook nog interessant om te vermelden, een kindje is als eicel al aanwezig in de buik van de grootmoeder van moeders kant, dus ook van de zwangerschap van oma waaruit hun moeder werd geboren kunnen al dingen zijn ingeprent.
Hoe kun je trauma’s verwerken, als je hier geen bewuste herinnering aan hebt?
Maar hoe kom je er nu achter wat bij jou deze (mogelijke) vroegkinderlijke trauma’s zijn? Geboortepsychologie kan je hierbij helpen. Geboorte in Kaart is een methode, waarbij jouw geboorteverhaal wordt geschreven en verhelderd. Wat heb jij meegemaakt in de periode van je ontstaan en wat heb jij meegekregen van je moeder (en vader)?
De methode start met het invullen van een vragenlijst over de zwangerschap van je moeder, jouw geboorte en je eerste levensjaar. Mocht je door bepaalde omstandigheden niet zoveel weten over deze periode van je leven, zijn er ook mogelijkheden om jouw lichaamsgeheugen aan te spreken. Tenslotte liggen jouw ervaringen uit die tijd daarin opgeslagen. Daarna gaan we in gesprek, waarbij soms 1 langer gesprek genoeg is, maar soms splitsen we dit ook op. Of we plakken er nog een of meerdere gesprekken achteraan. Iedereen is anders en ik pas me dan graag aan met betrekking tot wat iemand nodig heeft. Hoewel ik het fijn vind om je live te ontmoeten, zijn er ook goede online mogelijkheden mocht je verder weg wonen.
Je ontvangt na afloop van de gesprekken een mooi document met hierin jouw geboorteverhaal omschreven, met de bijbehorende geboortepatronen die je met je meedraagt. Aangevuld met tips en ideeën om hiermee aan de slag te gaan. Het is mogelijk om samen verder aan de slag te gaan met de behoeftes die achter jouw geboortepatronen “verstopt” zitten.
Inmiddels heb ik een groot netwerk met diverse zorgprofessionals, dus ik kan je eventueel ook doorverwijzen als ik denk dat een andere behandeling beter past of nuttig zou zijn als aanvulling, mocht je dat uiteraard willen.
Mijn eigen start was niet optimaal, ik ben weliswaar na een voldragen zwangerschap geboren, maar veel te licht, ik woog slechts 2 kg. Dit was van tevoren niet bekend, hierdoor werd ik na een paar minuten bij mijn moeder en vader weggehaald en in een couveuse naar een ander ziekenhuis gebracht. Mijn moeder heb ik daarna 5 dagen helemaal niet gezien en mijn vader amper. Mijn basis, mijn veiligheid, alles was in 1 keer weg en ik moest het maar alleen doen in de couveuse. Natuurlijk werd ik wel verzorgd, maar veel aandacht voor de hechting was er destijds nog niet. Dit heeft beslist (veel) invloed gehad voor de manier waarop ik in het leven stond en hoe ik over mezelf dacht. Ik was ontzettend verlegen en vond mezelf maar saai en oninteressant. Altijd bang om mezelf te laten zien en ook te vertellen wat ik ergens van vond. Vaak wist ik niet eens wat mijn eigen mening was. Ik paste me liever aan de ander aan. Vriendschappen aangaan was lastig, ik zocht wel naar verbinding, maar stootte tegelijkertijd weer af zodra er iets ontstond.
‘Daarnaast heb ik ook nare ervaringen opgedaan in mijn jongvolwassen leven, waarbij ik bepaalde mensen ver over mijn grenzen heb laten gaan. Zo ver dat ik sommige ervaringen ook bewust heb geprobeerd te ‘vergeten’ wat natuurlijk niet echt handig is, want dan verwerk je ze niet. Ik ben ervan overtuigd dat mijn start hierbij heeft meegespeeld. En als ik verder denk, indirect ook de start van mijn moeder en de ervaringen van mijn moeder in haar jeugd.
Bepaalde ervaringen of patronen zal ik ook onbewust door hebben gegeven aan mijn eigen kinderen. Ik werd heel jong moeder, op mijn achttiende, terwijl ik goed kon leren. Achteraf gezien denk ik dat ik op zoek was naar meer verbinding en dit onbewust dacht te vinden bij een kind. Gelukkig was ik, ondanks dat ik jong en naïef was, een liefdevolle moeder, wat niet wegneemt dat mijn kinderen ook van mij weer dingen hebben meegekregen. Vaak wordt er gedacht dat bepaald gedrag in de genen zit, maar in mijn ogen heeft dit vaak meer met familiesystemen te maken.
Enkele jaren geleden kwam ik in contact met Geboorte in Kaart. Ik las over deze methode op een website en er was meteen herkenning. Ondanks dat ik net een andere cursus had afgerond heb ik me binnen vijf minuten ingeschreven voor deze opleiding. Zelf toen ik jong was voelde ik al dat ervaringen van een baby tijdens de zwangerschap en geboorte invloed hebben op een baby. Maar nu kon ik me erin verdiepen en meer over leren. Om daar vervolgens anderen mee te kunnen helpen. Vanwege het feit dat ik zelf in de couveuse heb gelegen en daardoor een pittige start heb gehad, heb ik als specialisme ook (oud) couveusekindjes en kinderen en volwassenen die op een andere manier een pittige start hebben gehad.
Wil je meer weten of heb je vragen, neem gerust contact met me op. We kunnen samen bespreken of de methode bij jou past en hoe het precies werkt. En wie weet kan ik je zo al wat handvatten aanreiken.
Links: https://www.geboreninzicht.nl/voor-jezelf/
https://www.facebook.com/GeborenInzicht

Drs. Annette van der Knaap
Chemicus
Als chemicus ben ik gefascineerd door de mechanismen van fysieke (on)gezondheid als gevolg van jeugdervaringen. De chemie van het lichaam is deels een weerslag van dat wat je vanaf je jongste jaren meemaakt en er valt soms een last van mensen af als ze dit inzicht krijgen. De ACE-studie (Adverse Childhood Experiences) toonde voor het eerst het verband aan tussen nadelige jeugdervaringen zoals mishandeling en seksueel misbruik, en een grotere kans op chronische ziekten zoals hart en vaatziekten en allerlei kankers. Later werd ontdekt dat ook het gemis aan positieve aandacht (dus verwaarlozing en psychische mishandeling) leidt tot verstrekkende gevolgen voor de rest van het leven zowel fysiek als mentaal. Het begrip van deze mechanismen, die lopen via het stress-systeem, leidt vaak tot meer grip op jezelf en geeft handvatten hoe je van de rest van je leven toch nog weer iets moois kunt maken. Ik zie het als een mooie taak om deze kennis met lotgenoten en professionals in het onderwijs en de zorg te delen. www.filmsforchange.nl
Drs. Annette van der Knaap
De ACE studie
Hoe jeugdervaringen je hele leven beïnvloeden
Ik kom uit een familie waarin kindermishandeling heel gewoon is. Zo gewoon dat je niet op het idee komt om het mishandeling te noemen. Je groeit ermee op en je overleeft het…
Tegenwoordig is de definitie van kindermishandeling: Alles wat wordt gedaan of wordt nagelaten dat aan een kind schade oplevert. Fysiek geweld lijkt voor de hand liggend, maar steeds vaker blijkt het emotionele geweld op de lange termijn een grotere rol te spelen. Ik ben blij dat de definitie van kindermishandeling is uitgebreid met emotionele verwaarlozing (het ontbreken van aandacht) en het emotionele geweld in de vorm van kleineren, treiteren en aan kinderen het gevoel geven dat ze ‘teveel’ zijn of dat ze niet aan de verwachtingen voldoen. Want de permanente angst en onzekerheid was erger dan het schoppen en slaan en het meest indringende is de vernedering. Je word ingeprent dat je een grote nul bent die niets in te brengen heeft en dat alle andere mensen in de wereld meer gelijk hebben dan jijzelf. Dat verziekte de rest van mijn leven, maar daar kwam ik later pas achter. En toen ik daar in mijn familie naar ging vragen kreeg ik te horen: “over zulke dingen moet je niet praten; gebruik je verstand en houd je mond”. En ik hield mijn mond, ik was bang voor een etiket van zielepoot of emotioneel wrak en tenslotte heb ik het toch ook gered (dus zal het wel niet zo erg geweest zijn). Daarom ben ik met onderzoek aan de slag gegaan. Niet voor mezelf, maar voor de kinderen van nu. Want de meest genante reden die ik kon bedenken waarom kindermishandeling in 2020 nog steeds voorkomt, is: We hebben er als maatschappij geen last van. Omdat elk kind een overlevingsstrategie aanneemt voor de situatie waar het in opgroeit en redelijk tot prima functioneert. Maar onze maatschappij heeft hier heel veel last van, wat dacht u van ruim 4 miljard/jaar alleen al aan gevolgkosten in de (Nederlandse) geestelijke gezondheidszorg.i Kindermishandeling is dus alles wat een kind schade geeft. Die schade heet in medisch jargon trauma. En die gevolgen van trauma daar is onderzoek naar gedaan.
De ACE studie
In de Verenigde Staten zijn in de jaren 90 uitgebreide bevolkings-onderzoeken gestart naar de gezondheid van volwassen mensen uit de goed opgeleide middenklasse. Naast alle vragen over de gezondheid werd ook gevraagd naar de structureel aanwezige omstandigheden tijdens de jeugd. Omstandigheden zoals mishandeling, verwaarlozing, seksueel misbruik, het verlies van een ouder, ruzie of mishandeling tussen ouders, alkohol of drugsverslaving of psychiatrische aandoeningen van andere gezinsleden. Er werd een top 10 van nadelige jeugdervaringen vastgesteld; Adverse Childhood Experiences, ACE. Een ACE is net als bij tennis, iets wat je om de oren vliegt. Het overkomt je voordat je er erg in hebt en je kunt er niets aan doen. En die ACE levert schade op, trauma. Dr Felliti die in 1998 de resultaten van het onderzoek presenteerde, werd weggehoond door zijn collega’s in de medische wereld. Men wilde niet geloven dat er een verband was tussen jeugdervaringen en latere gezondheid. Maar door de opvallende relatie die werd vastgesteld tussen slechte gezondheid en jeugdtrauma, zijn die onderzoeken wel op honderden plaatsen herhaald. In 2010 en in 2018 in Nederland door TNO (3). En overal kwam er hetzelfde uit. Naarmate men meerdere soorten nadelige jeugdomstandigheden heeft, is de kans op chronische ziekten, later in het leven, groter. In 2014 hield kinderarts Nadine Burke Harris een TED talkiv over de ACE studie, en sindsdien is in de VS een beweging van bewustzijn ontstaan. Een trauma informed community, die op internet ervaringen uitwisselt, kennis deelt en tips geeft hoe kinderen beter ondersteund kunnen worden.
Nu kent iedereen wel mensen die ondanks een heel beroerde jeugd, toch mooi 90+ zijn geworden! En dus lijkt die ACE studie iets wat we met een korreltje zout zouden kunnen nemen. Ik ging dus op zoek naar de mechanismen die in onze jeugd invloed hebben op onze gezondheid en daarvoor gaan we naar de neurobiologie en psychologie. Wij beginnen als bevruchte eicel in de buik van onze moeder. Als moeder een beetje gezond leeft: geen alkohol drinkt, geen drugs gebruikt en niet teveel stress ervaart, dan komen wij die eerste 9 maanden best goed door (vi). Ons lichaampje groeit en onze hersens ontwikkelen zich op een indrukwekkende manier. Als we geboren worden dan zijn al onze biochemische systemen ingeregeld zodat ons hartje klopt en we kunnen gaan ademhalen. En dat wordt door onze hersens bestuurd. Maar de hersens zijn nog niet af! Waarom zijn onze hersens nog niet af? Toen onze voorouders rechtop gingen lopen, werd het geboortekanaal kleiner, en de kinderen die na een kortere zwangerschap gebaard werden, hadden daardoor grotere kans tot overleven van de bevalling. Het lichaam en de hersens zijn dan echter nog niet volgroeid, en dat bleek een bijkomend voordeel te hebben: Wij kunnen in een drukke stad èn op het platte land in Afrika overleven, terwijl daar heel verschillende vaardigheden voor nodig zijn.
Hoe doen we dat? Wij passen ons aan door pas nà onze geboorte af te stemmen op díe omstandigheden waarin we bij onze geboorte terecht komen, zodat we dáárin zullen overleven. Om te overleven, moet de baby dus onderzoeken wat ‘normaal’ is en dat als setpoints in zijn breintje opslaan. Deze informatie wordt opgeslagen in het meest primitieve deel, onderin het midden van het brein, want het heeft te maken met overleven. Je moet weten wanneer je alert en gefocusd op gevaar moet zijn en wanneer je aan andere dingen aandacht mag besteden, zoals het leren praten of lezen of rekenen. Die laatste zaken worden opgeslagen in het buitenste deel van de hersenen. Hoe weet een baby de setpoints van de normale veilig-toestand? Door te communiceren met zijn verzorgers. Hier ziet u een
baby van 4 dagen oud en kun je duidelijk zien dat moeder en kind contact hebben. Hoe werkt dat opbouwen van de database van veilige situaties die normaal zijn biochemisch gezien? De baby ervaart iets wat nog niet bekend is en dat levert stress op: een proces met vrijgave van een stress-hormoon (adrenaline en cortisol) en als hem dat te veel wordt gaat hij huilen.. en moeder gaat sussen. Als moeder dat doet, dan slaat het kind informatie op dat het welliswaar iets onaangenaams voelde, maar dat er niets aan de hand is en het stress-respons-systeem komt tot rust. Dit is belangrijk want wij moeten zo veel mogelijk situaties opslaan die VEILIG zijn, want alleen dan kunnen onze hersenen zich met andere interessante dingen bezighouden.vii Als moeder de juiste sensitieve respons geeft op de communicatiepogingen van het kind dan spreken we in de psychologie van veilige gehechtheid. In de sfeer van veilige gehechtheid zullen de hersenen zich optimaal ontwikkelen, omdat ze de juiste informatie kunnen opslaan over de normale situatie waar geen alertheid voor gevaar nodig is. Daar hebben we een heel leven wat aan want dat geeft het brein een hoop rust als basis.viii In een situatie met verzorgers die voortdurend de juiste respons geven, worden er zo’n 1000 nieuwe verbindingen van neurons per seconde aangelegd in de buitenste hersendelen.
https://developingchild.harvard.edu/resources/
Als moeder deze respons van ‘alles OK/geen gevaar’ niet geeft, omdat ze dat niet wil of kan geven omdat ze bijvoorbeeld depressiefix is, dan blijven tal van ‘normale’ situaties in de hersens van de baby opgeslagen als ‘dreigend gevaar’, en de adrenaline blijft voortdurend het lichaam teisteren. Dit geeft continue stress en die situatie is slecht voor ons lichaam. Daarom wordt dit toxic stress genoemd. De bijnierschors die de adrenaline maakt, zal overuren draaien, en het hele lichaam heeft daar last van: het hart pompt sneller, ons blikveld vernauwt want het focust op gevaar en onze darmen werken niet, heel ongezond. Het primitieve (‘reptielen’) brein houdt voordurend de wacht en er wordt geen basis informatie opgeslagen over wat normaal & VEILIG is en waar dus geen alertheid vereist is. In een toxic stress situatie waarin géén respons gekregen wordt, worden minder neurons-verbindingen aangemaakt en de hersenontwikkeling blijft achter. In extreme gevallen van verwaarlozing is dit op een MRI scan te zien aan verschrompelde kinderhersens als waren zij van een alzheimer patiënt(x). Maar ook in die stress situatie gaat het kind de moeder herkennen als informant en beschouwen als ‘de norm’. De afhankelijkheid die het kind ten opzichte van de moeder heeft, zorgt ervoor dat het kind aan de moeder gehecht raakt. Het maakt niet uit wat ze ook doet, want hij is er afhankelijk van. Maar dat is geen Veilige gehechtheid. Als stressvolle situaties regelmatig en intens voorkomen, dan raken de kinderlichamen overbelast in de tijd dat hun brein, hun zenuwstelsel en hun organen nog aan het ontwikkelen zijn. Het heeft effect op de ontwikkeling van het hormoonsysteem en het immuunsysteem en daardoor ontstaat schade op lange termijn en een grotere kans op chronische ziekten in het volwassen leven. U kunt uw eigen ACE score checken maar daarmee is nog niet gezegd dat u niet gezond oud zou kunnen worden. De wetenschap van de Veerkracht Bijna iedereen heeft ACE’s, niemand heeft een jeugd zonder enige tegenslag, en niemand heeft perfecte ouders. Maar niet iedereen blijft achter met een trauma. Elk kind dat zijn jeugd overleeft, ontwikkelt een overlevingsstrategie (coping strategy) die bij zijn situatie en zijn karakter past. De mate waarin het stress-respons systeem van het lichaam belast wordt en er sprake is van toxic stress, is afhankelijk van de aan-/afwezigheid van liefdevolle ondersteuning die het kind helpt bij het verwerken van tegenslag. Onderzoek wijst uit dat zelfs onder stressvolle condities, een ondersteunende, liefdevolle relatie met een volwassene, de schadelijke effecten van de toxic stress respons kan voorkomen of tenietdoenxi xii. Eén persoon die liefdevolle aandacht geeft, kan het verschil maken tussen het ontwikkelen van veerkracht of het blijven functioneren volgens de overlevingsstrategie. Dat kan een buurvrouw, een tante of een leerkracht op school zijn. Alle mensen die in hun jeugd (te)veel hebben meegemaakt maar toch overeind blijven in het volwassen leven, maken melding van minstens één persoon die oog voor hen had. Dat zorgt voor een klein sprankje hoop in een kind waardoor zijn hersens de informatie krijgen dat de ellende niet altijd hoeft voort te duren, dat er hoop is op een betere toekomst.
Annette van der Knaap
[2] Relationship of Childhood Abuse and Household Dysfunction to Many of the Leading Causes of Death in Adults,” Vincent J Felitti et al. American Journal of Preventive Medicine in 1998, Volume 14, pages 245–258.
[3]Kuiper R.M., Dusseldorp E. & Vogels A.G.C. TNO(2010) ref: KvL/GB2010.073, A first hypothetical estimate of the Dutch burden of disease in relation to negative experiences during childhood. [4]https://www.ted.com/talks/nadine_burke_harris_how_childhood_trauma_affects_health_across_a_lifetime [5]https://acestoohigh.com/aces-101/ [6]http://inutero.info/ Film over het doorgeven van ervaringen aan het ongeboren kind. [7]http://developingchild.harvard.edu/science/key-concepts/ [8]Waarom liefde zo belangrijk is. Hoe de liefde voor je baby zijn hersenen vormt. Sue Gerhardt [9] Filmpje van het ‘still face’ experiment. https://www.youtube.com/watch?v=apzXGEbZht0 [10]De jongen die opgroeide als een hond. Bruce Perry en Maia Szalavitz, 2007.[11]University California, Dr Mininni college over resilience https://www.youtube.com/watch?v=Ptuvg8mnUic
[12]http://developingchild.harvard.edu/science/key-concepts/resilience/
Elbert-Jaap I. Schipper
Psychiater en directeur zorg
Gabriëlle: Voor mijn eigen traumabehandeling (www.cirkelnoord.nl) kreeg ik een gesprek met psychiater Elbert Jaap Schipper uit Sneek. Hij is werkzaam bij KIEN. Daar krijg je specialistische GGZ hulp voor mensen in Sneek en omgeving. Hun kernwoorden zijn: effectief en transparant. Het gesprek met Elbert Jaap was prettig. Omdat ik er toch was, vroeg ik hem of hij mee wilde werken aan mijn missie. Ik zat namelijk met een aantal vragen die ik graag beantwoord wilde hebben. Elbert Jaap wilde dat wel en zei: stuur je vragen maar door per mail en ik zal ze beantwoorden. Ook kreeg ik toestemming deze vragen met antwoorden te plaatsen op mijn website. Wat een heerlijk nieuws. Hieronder lezen jullie het resultaat.
Vraag 1: Je vertelde aan mij dat er eigenlijk geen verschil bestaat tussen een Borderline Persoonlijkheidsstoornis en CPTSS. Niet iedereen werkzaam binnen de psychiatrie zullen het daarmee eens zijn. Wil je mij uitleggen waarom er volgens jou geen verschil in zit? En waarom zijn de meningen daarover zo verdeeld?
Antwoord: Als je kijkt naar het ontstaan van de Borderline stoornis en van CPTSS, dan is er wezenlijk geen verschil. Het begint bij de traumatische ervaringen in de vroege jeugd. De meningen zijn verdeeld doordat in de DSM. (Het diagnostisch en statisch handboek van psychiatrische aandoeningen) de psychiatrische classificatie methode, stoornissen verdeeld worden op basis van symptomen. Bij een Borderline Stoornis staan de problemen in de emotieregulatie en de interactie met anderen meer op de voorgrond. Bij de PTSS de intrusies (is een plotseling en vaak herhaald en opkomende dwanggedachte, die meestal als opdringerig en storend wordt ervaren, en die gericht is op iets dat men ongewenst vindt. Vaak schaamt men zich voor zulke gedachten) en herbelevingen. En bij DIS (Dissociatieve Indentiteits Stoornis) de dissociatieve klachten. Ook voor de andere cluster B persoonlijkheidsstoornissen, en ook voor die uit cluster C, geldt dat er vrijwel altijd traumatische ervaringen vroeg in het leven aan vooraf zijn gegaan.
Vraag 2: Klopt mijn aanname dat er nog steeds veel discussie gaande is binnen het psychische veld over CPTSS? En als dit klopt waarom kan men het dan niet eens worden met elkaar? Waar zitten de knelpunten?
Antwoord: Ja , daar is nog altijd discussie over. De knelpunten zitten in de afgrenzing van de verschillende stoornissen in de DSM. Daarin is gekozen voor losse stoornissen (PTSS met bijvoorbeeld de depressie en ontwijkende persoonlijkheidsstoornis) in plaats van 1 diagnose CPTSS. Die keuzes zijn vanuit wetenschappelijk onderzoek gemaakt, maar er spelen ook altijd machtsposities mee, politiek en lobbyisme (politieke cultuur van verwerpelijke beïnvloeding van lobby’s)
Vraag 3: Is CPTSS nu wel of niet opgenomen in de DSM 5? Zo niet, geldt dat alleen voor Nederland of in heel de wereld?
Antwoord: CPTSS is niet opgenomen in de DSM 5. En de DSM wordt vrijwel overal als standaard gehanteerd.
Vraag 4: In jouw woorden beschreven: Waarom wordt het Complex genoemd. Kun je zeggen dat de C ook voor Chronisch kan staan, of juist allebei?
Antwoord: Complexe PTSS is altijd chronisch, langdurig. Het wordt zo genoemd omdat er symptomen bij naar voren komen die niet bij de beperktere diagnose PTSS horen. Je kent ze vast: depressieve klachten, zelfbeeldproblemen, dissociatieve klachten onder andere.
Vraag 5: CPTSS wordt altijd gelinkt aan vroegtijdig kinderlijk trauma. Maar kun je ook als volwassen persoon CPTSS ontwikkelen? En wanneer is dat mogelijk? Kan iedereen CPTSS ontwikkelen?
Antwoord: CPTSS ontwikkelen als volwassen, dat is zeldzaam. Maar het kan wel. Als er herhaald en ernstig trauma is. Meestal is er dan wel een kwetsbaarheid aanwezig, meestal door nare ervaringen in de jeugd.
Vraag 6: Kun je volledig genezen/herstellen van CPTSS?
Antwoord: De vraag is dan: wat is volledig genezen? Je kunt zover komen dat je niet meer voldoet aan de criteria voor een stoornis, in dit geval CPTSS. Dat kan zeker met de huidige verwerkingstherapieën. Je kan een leven met weinig angst en veel plezier bereiken. Natuurlijk zal je wel bepaalde sporen houden van wat je hebt meegemaakt.
Vraag 7: Ben jij van mening dat CPTSS binnen de reguliere zorg niet de nodige aandacht krijgt die het wel zou moeten hebben? Dat men binnen de reguliere zorg vaak niet goed weet hoe ze mensen met CPTSS moeten behandelen?
Antwoord: Er is voldoende kennis en ervaring om mensen met CPTSS goed te behandelen. Niet alle GGZ aanbieders zijn er even goed in. Maar er zijn in het hele land therapeuten te vinden die het kunnen. De behandelcapaciteit op dit gebied is helaas wel te klein.
Vraag 8: Ben je het met me eens dat er geen specifieke standaard behandeling bestaat voor het behandelen van CPTSS? Dat men meer moet kijken naar de persoon achter CPTSS?
Antwoord: Dat geldt voor alle aandoeningen. De GGZ heeft zich in mijn optiek mee laten slepen door de wensen van de financiers en beleidsmakers, met het opzetten van zorgprogramma’s. De kern van de behandeling van CPTSS is verwerkingstherapie, met de daarvoor effectieve methodes.
Vraag 9: Klopt het dat er in sommige gevallen te snel EMDR wordt toegepast op mensen met CPTSS? Kan dit schadelijke gevolgen hebben? En is EMDR functioneel als je geen beelden hebt omdat je de trauma’s hebt verdrongen?
Antwoord: EMDR is nooit schadelijk, mits toegepast door een deskundige behandelaar.
Vraag 10: Kan het gebeuren dat verborgen trauma’s nooit naar boven komen en daardoor ook niet behandeld kunnen worden? Zoja, wat zou jij deze mensen dan adviseren? Medicatie? Hulphond of andere dingen?
Antwoord: Ja dat kan. En dat hoeft niet erg te zijn, als je een acceptabel niveau van functioneren hebt. In alle fasen van de behandeling en ook daarna zijn buiten de verwerkingstherapie andere inventies meestal nodig. Medicatie kan nuttig zijn ter ondersteuning. Het is niet genezend, eerder remmend in de verwerking. Vele soorten van hulp kunnen bijdragen aan het welzijn en het herstel bij CPTSS, een hulphond inderdaad ook.
Vraag 11: Vind je het functioneel dat ik druk bezig ben om aandacht te genereren voor CPTSS. Zoja, waarom vind je dat dan?
Antwoord: Ik vind vooral je openhartige methode heel waardevol. Als we het taboe op spreken over traumatische ervaringen kunnen verminderen worden mensen er ook veel minder snel slachtoffer van. Geheimzinnigheid en schaamte zijn risicofactoren voor misbruik en mishandeling.
Vraag 12: Als men op tijd symptomen signaleert, met name bij kinderen, kan je dan de C voorkomen bij PTSS?
Antwoord: Jazeker! In de kindertijd kan je veel herstel realiseren. Kinderen ontwikkelen zich razendsnel en als je in die periode goede therapie en begeleiding geeft, aan het hele systeem, kan je problemen op latere leeftijd voorkomen.
Vraag 13: Kun je mij behandelmethoden noemen die toegepast worden op CPTSS?
Antwoord: Dat zijn er heel veel. Als ik me beperk tot verwerkingstherapie, dan zijn de belangrijkste: EMDR, Imaginaire Exposure en Narratieve Exposure. Meer over EMDR kun je vinden in menu CPTSS/ behandelmethode.
Vraag 14: Wat kunnen de redenen zijn dat bij sommige mensen met CPTSS geen enkele behandeling aanslaat?
Antwoord: Meestal is een cliënt dan nog niet bij een kundige, gespecialiseerde behandelaar geweest. En soms spelen factoren een rol die herstel onaantrekkelijk maken, zoals juridische procedures of de positie die iemand in het systeem heeft gekregen.

Sypke Visser
Praktijk voor integratieve psychotherapie
Gabriëlle: In 2017 was ik gastspreker voor CMO STAMM in Groningen. In het publiek zat Sypke Visser. Na afloop raakten we in gesprek en bleek er een klik tussen ons en onze overeenkomstige missie. Dit heeft ertoe geleid dat Sypke en ik onze krachten zijn gaan bundelen om een concept te ontwikkelen voor het geven van voorlichting aan jongeren. Wat ons doel daarmee is zullen we later uitgebreid op terugkomen. Ik ervaar Sypke als een warme, inlevende man met veel verstand van zaken en ben dankbaar dat hij zijn medewerking wil verlenen aan deze website.
Ik heb een praktijk voor integratieve psychotherapie en arbeids-coaching in Smilde en Groningen. Het is mijn wens om mensen, die last hebben van de gevolgen van traumatisering uit hun vroege kindertijd, te helpen bij het vinden van een emotionele balans. Ik ben hiermee bekend als Kind van een Ouder met Psychische Problemen (zogenoemde afkorting kopp-kind).
Terugblikkend op mijn levensloop herken ik in mijn manier van omgaan met de problematiek van mijn moeder mijn helpende kant die ik later beroepsmatig ben gaan inzetten naar andere mensen. De blijvende belangstelling om de mens in zijn probleemervaring te begrijpen en begeleiden was en is mijn passie. Gaandeweg heb ik ook de keerzijde ontdekt. Ik droeg ook een gemis met me mee; een aanhoudend onbestemd onprettig gevoel in en over mezelf. Onder de oppervlakte lukte het me niet om mezelf als persoon als positief te zien en ervaren. Ik ontdekte geleidelijk aan dat, vanwege de psychische problemen van mijn moeder, mijn hechtingsrelatie met haar verwarrend was geweest. In mijn basisgevoel ervoer ik verwarring. Verstandelijk snapte ik wel dat ik wat tekort was gekomen, maar gevoelsmatig merkte ik op de achtergrond altijd een soort leegte, die me beangstigde. Dit werd door bepaalde omstandigheden getriggerd. Bijvoorbeeld wanneer het ging schemeren, dan kreeg ik een angstgevoel. Ik prijs me gelukkig dat ik door training, therapie en opleiding, geleidelijk aan, een houding heb leren aannemen van vriendelijkheid en begrip naar mijn emotionele kwetsbaarheden.
Ik voel me daar nu, over het algemeen, mee in balans.
Dit emotionele evenwicht gun ik iedereen die te maken heeft met vroegkinderlijke traumatisering. Veel mensen merken wel dat er iets niet goed voelt in hun leven, maar weten niet waar dit vandaan komt. Er sluimert iets, maar ze komen er niet achter wat het is. Het is vergelijkbaar met ‘honger hebben’. Wanneer je zin in eten hebt, dan eet je wat en dan is het klaar. Maar als je emotionele honger hebt, dan heb je een tekort, wat niet (zomaar) opgevuld kan worden. Je moet erachter komen waar dit vandaan komt. Als er niet in wordt voorzien, dan blijft het hongergevoel bestaan. Het kan helpen om jezelf vragen te stellen als: ‘waar heb ik echt behoefte aan?’ of ‘wat zegt mijn gevoel?’
Het is mijn doel mensen te helpen herstellen van de opgelopen tekorten aan (liefdevolle) aandacht. Ik ga graag met je in gesprek om je van dienst te zijn bij het leren (h)erkennen wanneer je reacties vertoont die met je verleden hebben te maken. Ik heb zelf ondervonden hoe helend het is om ‘oude’ en pijnlijke gevoelens in het bewustzijn toe te laten en rustig en veilig te verwerken. De ruimte die daardoor ontstaat is te verwoorden als ‘van pijn naar kracht’ en ‘van overleven naar leven’ gaan.
Via Gabrielle ben ik in contact gekomen met het Centrum Late Effecten Vroegkinderlijke Chronische Traumatisering (CELEVT). Bij de hieraan verbonden Trauma Academie volg ik momenteel de 1-jarige nascholing voor academisch -en HBO opgeleide behandelaren. De opleiding richt zich op screening, behandeling en begeleiding van volwassenen met een voorgeschiedenis van Vroegkinderlijke Chronische Traumatisering en symptomen en klachten van Complexe Post Traumatische Stress Stoornis (CPTSS), Dissociatieve Stoornissen en Hechtings-problematiek met aanverwante comorbiditeit.
CELEVT biedt een Register voor professionals gespecialiseerd in VCT (Vroegkinderlijke Chronische Traumatisering) en ontwikkeld regionaal kleinschalige specialistische behandelcentra voor VCT.
Het is mijn ambitie dit te helpen vormgeven in Noord-Nederland.
‘Ben jij bekend met structureel gemis in je vroege kindertijd (tot je achtste)? Of ben je een kind van een ouder met psychische problematiek? Gun jezelf dan een toekomst waarin je niet langer slachtoffer van je eigen herinneringen en reacties bent, maar leer regie over je eigen leven te krijgen.

Dicky Meijer
Psycholoog, therapeut en ervaringsprofessional
Toen ik een bericht op Facebook zag van Gabrielle over CPTSS besloot ik om op haar website te kijken. Al bijna mijn hele leven ben ik voor mezelf aan het uitzoeken hoe mensen met een complex trauma het beste kunnen worden begeleid. De manier waarop Gabrielle dit onderwerp op de kaart probeert te krijgen vind ik mooi.
In mijn praktijk DHM Coaching in Nagele (Noordoostpolder) richt ik mij op het coachen van volwassen KOPP (kinderen van ouders met psychiatrische problemen) en volwassen KOV (kinderen van ouders met een verslaving). Dit doe ik omdat ik soortgelijke ervaringen heb. Wat me als kind al opviel is de hoeveelheid gebeurtenissen die sommige mensen in hun jeugd hebben moeten meemaken en hoeveel pijn en verdriet dit met zich meebrengt. Van mentale en fysieke mishandelingen tot het zien van een zelfmoordpoging van een naaste en van verwaarlozing tot ongelukken, sommige mensen krijgen veel te verstouwen. Vergelijk je dit met volwassenen die een prettige jeugd hebben gehad, dan snap je dat getraumatiseerde mensen zich niet altijd aan kunnen passen aan onze ingewikkelde maatschappij.
Gelukkig wordt er steeds meer onderzoek gedaan, naar de gevolgen van trauma’s in de jeugd en hoe deze het best te behandelen zijn. Zo heb ik met veel interesse het boek Trauma Sporen van Prof. dr. Bessel van de Kolk gelezen. In dit boek beschrijft Bessel wat hij gezien heeft bij getraumatiseerde volwassenen en kinderen en welke gevolgen deze traumatische gebeurtenissen kunnen hebben voor iemand. Ook beschrijft hij een aantal behandelingen die een groot effect hebben bij getraumatiseerde mensen.
Ondertussen heb ik een heel leven achter me van werken in de thuiszorg tot een studie psychologie en een coach opleiding. Tijdens de studie psychologie heb ik veel kennis opgedaan. Tijdens mijn opleiding tot Repairing Balance coach bij Berry Rijkers heb ik gezien hoe je mensen zo kunt begeleiden dat ze de emotionele lading van een trauma kunnen halen.
Een van de belangrijkste dingen die ik geleerd heb tijdens de opleiding tot Repairing Balance coach is hoe je de ander echt kunt horen en zien. Daarmee bedoel ik, wat voor emoties en welk gevoelens spelen er bij iemand. Als iemand vertelt dat hij steeds wordt afgewezen dan is dat pijnlijk voor deze persoon. Als iemand veel geweld meemaakt dan is dat pijnlijk en angstig en als iemand gezien heeft dat een dierbare pijn ervaart en hij daar zelf niets aan kan veranderen, dan voelt dat onmachtig en misschien voelt hij zich wel schuldig. Door deze boodschap achter het verhaal te horen, kan ik op de emoties en gevoelens ingaan.
Echt contact maken met je medemens is m.i. het hoogst haalbare en is voor mij in mijn werk een kernwaarde. Mijn uitgangspunt is dat ieder mens onbewust zelf het beste weet welk pad hij moet lopen. Ik hoef alleen maar goed te kijken en te luisteren om vervolgens mijn cliënt te begeleiden van de pijn en de angst naar zijn behoeftes en verlangens. De herinneringen blijven bestaan, de emotionele pijnlijke lading kan verdwijnen. Daarvoor in de plaats komt ruimte voor gevoelens van zekerheid, vreugde en eigenwaarde.
Dicky Meijer,
Psycholoog, therapeut en ervaringsprofessional
06 2379 5505
Professor Brandsmaweg 9-2
8308 RS Nagele Noordoostpolder

Antoinette van Reekum
Trainer, teamcoach en als specialisatie Kopp & Kov-coach
Ik ben Antoinette van Reekum. Ik ben zelf volwassen kopp-kind. En ik richt me op mensen die in hun leven hebben geworsteld met hun achtergrond tot Kopp- kind zijn in relatie tot zorg voor een ouder (toen en/of nu).
Ik ben nu trainer, teamcoach en als specialisatie Kopp & Kov-coach & heb speciaal voor Kopp een online trainingsprogramma ontwikkeld.
Ik ondersteun je graag. Ik ben er voor je.
Zelf ben ik opgegroeid met twee ouders die psychische problemen met zich meedroegen. Ze konden mij de opvoeding en begeleiding niet geven.
Zij konden mij niet bevestigen in mijn bestaan, zoals ik mijn expressie gaf.
Dat was zeker geen onwil, maar meer ‘het niet kunnen’.
En daarmee heb ik toch een basis van eigenwaarde in mijn leven gemist, met alle gevolgen van dien: interne worsteling en onzekerheid, eenzaamheid, burn-out.
Door mijn eigen persoonlijke ontwikkeling heb ik mijzelf ‘erbovenop’ geholpen, door veel training, begeleiding en inzichten. Deze kennis, levenservaring en lotgenootschap en de vele tools, geef ik nu door.
Via concrete tools, informatie en het opdoen van nieuw imprints is heling écht mogelijk. Ook als je al veel gedaan hebt aan therapie. Plan gerust een afspraak in mijn agenda, op koppkind.nl, om hierover verder te praten.
Warme groet, Antoinette van Reekum
www.Koppkind.nl of via www.lerenschitteren.nl
Mail of bel me via: Antoinette@koppkind.nl – 06 21 58 60 29
Je kunt ook online een afspraak inplannen in mijn agenda.
KOPP staat voor een Kind van een Ouder met Psychische Problemen (Kopp).
Overigens wordt dit vaak samen genoemd met KOV (Kind van een Ouder met Verslaving = Kov).
Wist je dat 1 op 3 volwassenen Kopp/Kov-kind is?
Ik, Antoinette van Reekum, ben een Kopp-Kind Net als bij mij, kan het zijn dat jouw trauma, en de hieruit voortkomende stress, de oorzaak heeft in jouw kindertijd. Kopp- Kov kind zijn heeft een direct relatie met CPTSS – in verschillende mate.
Doordat de gebeurtenissen zo vroegkinderlijk zijn, zie ik bij veel mensen die ik begeleid, dat PTSS of C(complex) PTSS is ontstaan. Dat is logisch. Als jong kind was er onvoldoende aandacht voor je omdat jouw ouder(s), van wie je afhankelijk was, je dit niet konden geven. Er was onveiligheid omdat er psychische problemen of verslavingen waren. In deze onveilige situatie heeft het gedrag van de mensen waar je afhankelijk van was zeer grote gevolgen gehad op jouw leven. Dit heeft dus vaak CPTSS als gevolg. Of er wel of geen diagnose of opname bij de ouder(s) was, maakt als kind geen verschil.
De omstandigheden zijn voor een klein Kopp/Kov-kind gekmakend en onveilig. Je was een gewoon kind die opgroeide in een zeer ongewone situatie. Dit laat veel littekens achter. Daardoor kan je nu nog CPTSS-effecten in jouw volwassen leven ervaren van patronen die ooit als bescherming dienden. Deze patronen zijn in het volwassen leven je nu ‘tot last’.
In welke mate je CPTSS-patronen ontwikkeld hebt, ligt aan diverse factoren (risicofactoren en hulpbronnen). Daar is onderzoek naar gedaan en in kaart gebracht. En het ergste is: CPTSS heb je opgedaan als kind. Je kan er niets aan doen. Als kind ben je immers onmachtig, klein en zeer afhankelijk van deze ouder(s). Je doet ‘iets’ om hiermee te dealen en te overleven in de situatie. Je beschermt jezelf als kind. Dat is heel ‘gezond’ om te doen doordat je onschuldig en klein bent en jezelf wel ‘moet’ beschermen.
Dus de bescherming die jij jezelf gaf, is heel functioneel toen geweest. De traumatische patronen in het volwassen leven, ofwel de imprints, zijn nu niet meer functioneel.
Volwassen Kopp-Kinderen lopen vaak tientallen jaren met deze traumatische patronen rond. En er is hoop: Heling is mogelijk.
Wil je ook weten of jij last hebt van CPTSS uit vroegkinderlijke ervaringen? Doe nu de zelftest.
Het is mijn missie om Volwassen Kopp-kinderen te helpen, om het vertrouwen in zichzelf te herwinnen en weer thuis te komen bij zichzelf.
Eigenliefde geeft rust in je hoofd en ontspanning in je lijf.
Ik help in mijn praktijk veel Kopp-Kov kinderen inzicht en uitzicht bieden. Dit doe ik door een concreet online-programma met (groeps en individuele) coaching. Weet je welkom.
Ook bouw ik aan een netwerk van veiligheid om kinderen die zich nu onveilig voelen. Dit doe ik door trainingen te geven aan docenten, hulpverleners en andere hulpbronnen om gedrag van Kopp-kinderen te herkennen, om hen vervolgens steun en veiligheid te bieden
Wat is het effect van CPTSS op jou als Volwassen Kopp-kind?
Als kind groeide je op bij ouder(s) die zichzelf niet kon dragen en die emoties niet kon(den) containen. Daardoor heb je pijnlijke situaties meegemaakt, waarbij rollen tussen ouder en kind omdraaiden.
Daardoor herken je vast dat je:
· continue alert bent
· aan het zorgen bent voor anderen (naar de ‘overkant’ gaat)
· niet weet wat je voelt of je behoeftes niet weet
· geen hulp durft te vragen
· snel geneigd bent veel hooi op je vork te nemen
· lastig nee zegt of jezelf durft te uiten
· snel gaat twijfelen aan jezelf

Paula Buitelaar
Levenscoach, ervaringsdeskundige, systemisch coach, traumatherapeut
Ik ben Paula Buitelaar. Ik heb als klein kind te maken gehad met geestelijke en lichamelijke mishandeling in ons gezin. Mijn ouders hadden beide psychische problemen waardoor ze mij de veiligheid en liefde niet konden geven wat ik als klein meisje zo nodig had net als ieder kind. Ik voelde mij al jong niet gezien en afgewezen door beide ouders. Bij mijn oma voelde ik me wel gezien en geliefd en daarom bezocht ik haar heel vaak en logeerde ik daar regelmatig. Toch bleek het daar ook niet veilig mijn opa en 2 ooms van mij hebben mij jarenlang seksueel misbruikt.
Na een heftige gebeurtenis in 2004 werd ik erg ziek. Ik kreeg wekelijks migraine aanvallen en werd steeds zieker. Na vele onderzoeken in het ziekenhuis werd ik doorverwezen naar het ggz. Na meerdere onderzoeken kreeg ik de diagnose: PTSS, dwangneurose en borderline. Ik had het misbruik verleden totaal geblokt. Na intensieve therapie en hypnose bleek ik van mijn 5e tot mijn 12e te zijn misbruikt. In mijn verdere leven bleef ik te maken krijgen met huiselijk geweld en met seksueel misbruik. In 2017 werd ik seksueel misbruikt en verkracht door een tantrische therapeut. Het werd tijd dat ik patronen ging doorbreken. Ik ben schematherapie gaan volgen waardoor ik eindelijk begreep waarom bepaalde gebeurtenissen zich steeds weer herhaalde. Ik leerde mijn patronen doorbreken en ontdekte de kracht van contact met ervaringsgenoten. Ik volgde verschillende therapieën en had vooral veel baat bij coaching door een ervaringsdeskundige, bodyremembers trauma therapie en systemisch werk. Ik voelde me steeds sterker worden en kon eindelijk zeggen dat ik echt mijn leven leefde in plaats van overleven. Mijn levensenergie ging stromen en ik voelde het verlangen om anderen te gaan helpen. De afgelopen jaren heb ik meerdere opleidingen gevolgd zoals: levenscoach, ervaringsdeskundige, systemisch coach, en bodyremembers trauma therapie en trauma release ademwerk. Deze goede maar alternatieve therapieën zijn vaak onbetaalbaar. Om die reden heb ik samen met mijn man een stichting opgericht. Wij werken op basis van inkomen en voor mensen met een bijstandsuitkering op basis van een vrijwillige bijdrage. Naast de 1 op 1 sessies organiseren wij ook deelcirkels en zijn wij gestart met een inloopochtend in Wateringen. Iedereen die te maken heeft gehad met seksueel misbruik of huiselijk geweld is welkom bij ons. Om de gedachten te kunnen verzetten door een activiteit te doen, gewoon even een bakkie te komen drinken of voor een luisterend oor.
Voor meer informatie zie: stichting-hoopverlening.nl

Gerard Lohuis
Sociaal-psychiatrisch verpleegkundige
In 2016-2017 ging het erg slecht met mij. Doordat ik in handen was gevallen van een foute fotograaf, raakte ik in een ernstige crisis. Na veel heen en weer gedoe binnen de psychische hulpverlening kwam ik terecht bij Gerard Lohuis (Lentis-crisisdienst Groningen). Gerard was op dat moment precies wat ik nodig had. Hij was echt begaan met mij, luisterde oprecht naar wat ik te vertellen had, nam mij serieus wat betreft mijn zoektocht naar een goede traumabehandeling. We hadden een sterke verbinding met elkaar. Ik zie Gerard als iemand die kijkt naar de mens achter het label. Sterker nog, hij kijkt naar de mens achter de mens. Gerard is een lieve man met een groot empatisch vermogen en een verrijking in de hulpverlening. Ik ben daarom erg blij dat hij mee wil werken aan deze website. Hebben jullie vragen voor Gerard? Stuur ze op via het contactformulier en ik zorg dat ze bij Gerard terecht komen.
Mijn naam is Gerard Lohuis en ben als SPV jarenlang bij Lentis werkzaam geweest. Ik draai nog avond-en nacht crisisdiensten voor Lentis. Momenteel werk ik als SPV bij BuurtzorgT voor de stad Groningen Noord-West. Laagdrempelige specialistische GGZ in de buurt voor volwassenen.
Als docent werk ik aan de Hanzehogeschool en als trainer/docent werk ik voor de RINO Groep te Utrecht. Daarnaast schrijf ik boeken en schrijf iedere maand een column voor de Riepe (Straatkrant Groningen).
Ik ken Gabriëlle vanuit mijn tijd bij Lentis waarik haar meerdere keren heb mogen spreken. Ik ben onder de indruk geraakt hoe ze op haar manier met fotografie, film, lesgeven en door haar persoonlijke verhaal te vertellen, aandacht vraagt voor mensen met Complexe PTSS. Om die reden ondersteun ik graag haar website zodat ze haar ervaringen met anderen kan delen en iedereen steun kan geven die met Complexe PTSS van doen hebben.